Organisatiegraad: de stand van zaken bij diverse beroepsgroepen
Twente was één van de pilotregio’s voor het regionaal uitrollen van het landelijk programma Organisatiegraad Paramedische Zorg. Roset heeft de afgelopen periode veel tijd gestoken in het organiseren van samenwerking binnen de diverse beroepsgroepen; door samen te werken kunnen beroepsgroepen betrokken worden bij de aankomende veranderingen in de eerstelijnszorg. Het is voor paramedici, die veelal vanuit kleine praktijken werken, ondoenlijk om ieder afzonderlijk de ontwikkelingen in de zorg bij te houden en er ook actief aan deel te nemen. Organisatiegraad helpt om de paramedische beroepsgroepen zowel mono- als multidisciplinair te laten samenwerken. Maar hoe staat het met de organisatiegraad in Twente? Welke beroepsgroepen zijn al georganiseerd en welke paramedici hebben nog stappen te zetten? Hierover spraken wij in juli 2023 met vertegenwoordigers van de verschillende paramedische beroepsgroepen.
De diëtisten
Lidy Plettenburg: “Wij hebben tien jaar geleden Diëtist in Twente (DiT) opgericht en daar zijn (bijna) alle vrijgevestigde praktijken in Twente bij aangesloten. Dat was nodig in verband met de komst van de diabetesketenzorg. Huisartsen van THOON en FEA wilden graag met één gesprekspartner aan tafel en niet met alle praktijken afzonderlijk. Ten opzichte van andere paramedische beroepsgroepen hebben wij dus een voorsprong, omdat onze achterban al klaarstaat. Op dit moment zijn we aan het kijken of we aan twee kanten kunnen uitbreiden. Enerzijds door andere spelers in de diëtetiek aan te laten sluiten. Denk hierbij aan diëtisten die in dienst zijn van thuiszorgorganisaties, omdat zij ook in de eerstelijn zitten. Als we in die richting uitbreiden dan kunnen we eigenlijk alle diëtisten in Twente vertegenwoordigen. Anderzijds willen we ook multidisciplinair meer gaan samenwerken.”
De fysiotherapeuten
Kees Smelt: “In het najaar van 2022 is de Twentse Fysiotherapeuten Organisatie (TFO) officieel opgericht; een coöperatie waarvan zo’n 700 Twentse fysiotherapeuten via hun praktijk lid zijn. De volgende stap zou kunnen zijn dat ook afdelingen fysiotherapie lid kunnen worden, zodat echt iedere fysiotherapeut in Twente door de TFO vertegenwoordigd wordt. Binnen de fysiotherapie zijn veel inhoudelijke netwerken actief, bijvoorbeeld op het gebied van rug, schouder, kinderen of geriatrie. De TFO wil zich als overkoepelend orgaan niet bezighouden met de inhoud, maar we zijn wel bezig met het koppelen van al die inhoudelijke netwerken aan de coöperatie. Wij willen hét aanspreekpunt zijn voor fysiotherapie, over welk inhoudelijk thema het ook gaat. Wij laten ons regelmatig zien in allerlei overlegstructuren, zoals met huisartsen, ziekenhuizen, inhoudelijke netwerken, Twentse Koers, Twente Beter en Menzis. We zitten overal aan tafel. En zo langzamerhand zijn we bezig met een aantal producten, zoals de GLI (de gecombineerde leefstijlinterventie) en valpreventie. Dat zijn speerpunten vanuit het regiobeeld, dat onlangs gemaakt is. Eén van de volgende stappen is een programma voor artrose. De leden merken zo langzamerhand dat we bestaan.”
De ergotherapeuten
Sonja Kluin: “In het voorjaar van 2023 is er een oproep geweest om alle ergotherapeuten eerstelijns bij elkaar te brengen. Dat was meteen een kennismaking met alle praktijken die er in Twente zijn. Na deze bijeenkomst hebben vier collega’s zich beschikbaar gesteld als contactpersoon voor het kernteam. Zij gaan kijken welke positie we willen innemen als ergotherapeuten, óf we ons moeten verenigen en zo ja hoe? Ergotherapeuten zijn van nature gewend om samen te werken. Wij volgen de ontwikkelingen op de voet.””
De logopedisten
Eline Bekhuis: “Wij zijn al iets langer bezig dan de ergotherapeuten; vorig najaar zijn wij als team bij elkaar gekomen. Het idee was om met elkaar een kernteam samen te stellen om onze achterban te vertegenwoordigen. De helft van de mensen vond het een goed idee, maar vanuit de andere helft van de praktijkhouders vroeg zich af wat het zou kunnen opleveren. We hebben een aantal bijeenkomsten gehad om te sparren, zowel mono- als multidisciplinair, met in gedachten wat er allemaal staat te gebeuren in de zorg. Bij de laatste bijeenkomst hebben we aan de hand van een praktisch voorbeeld aan de groep laten zien wat de voordelen zijn van een samenwerking. De meesten zagen daarna wel in dat je sterker staat als groep en dat je samen wél afspraken kunt maken, wat je als individuele praktijk niet lukt. Je kunt er met zijn allen dus profijt van hebben.”
De oefentherapeuten
Marieke Beens: “Als kernteam hebben we inmiddels goed in de gaten dat er iets moet gebeuren. Enkele eerste ideeën zijn in ieder geval het opzetten van een monodisciplinaire regiowebsite en het naar de regio halen van meer stagiairs en nieuwe collega’s. Daarnaast willen we ons mono- en multidisciplinaire kernteam beter inzetten als gespreks- en samenwerkingspartner. In welke vorm moet nog worden bedacht. Van belang is, dat we onze achterban meekrijgen. Hun steun is wel nodig om door te gaan met plannen die we hebben en aan te sluiten bij de ontwikkelingen die er zijn.”
De rol van Roset
Roset speelt een belangrijke aanjagende en faciliterende rol in de verschillende samenwerkingsverbanden. Met het delen van kennis en ervaring hoeven de verschillende beroepsgroepen het wiel niet zelf opnieuw uit te vinden. Omdat de adviseurs van Roset onafhankelijk opereren en het overzicht bewaken, kunnen zij ook een faciliterende rol spelen bij het doorhakken van knopen en het vasthouden van de rode draad.
Lees meer over de ontwikkelingen in de zorg in het (gratis) magazine WelZoGezond, dat Roset onlangs publiceerde. Bestel deze hier.
Eerder publiceerden wij het blog: De ontwikkeling van Organisatiegraad: lees hier.