Binnenkort neemt Wyco de Vries afscheid als directeur-bestuurder van Roset. Hij maakte in verschillende rollen, de afgelopen zesentwintig jaar de veranderingen in de zorg van dichtbij mee. Waar het eerst vooral ging om het verbeteren van de samenwerking bínnen de afzonderlijke zorgdisciplines en later tússen de verschillende disciplines, is men het er inmiddels over eens, dat samenwerking met andere domeinen cruciaal is om gezondheidszorg in de toekomst betaalbaar en toegankelijk te houden. Maar is samenwerken voldoende of is er meer nodig? Tijd voor een nabeschouwing!
“Roset speelt een belangrijke rol bij de samenwerkingen, vanwege het stevige netwerk in verschillende lijnen en domeinen in de zorg en het Sociaal Domein. Wij staan vaak aan de basis van een eerste kennismaking tussen mensen en groepen die elkaar voor die tijd (nog) niet spraken, of elkaar zelfs helemaal niet kenden. Door deze onafhankelijke positie kan Roset zorgen voor het ontwikkelen van vertrouwensbanden, door aandacht te houden voor datgene dat niet wordt gezegd, maar wat wel degelijk van invloed is op het proces van samenwerken. Zo zijn al mooie samenwerkingen ontstaan, die uiteindelijk kunnen bijdragen aan een gezondere Twentse regio.
Toch zijn er naast deze ontwikkelingen ook zorgen. De grote vraag die boven de zorgtransitie hangt, is of de huidige beloningsstructuur de transitie niet enorm in de weg zit. Er zit op dit moment in de beloningsstructuur nog geen enkele prikkel om het écht anders te gaan doen. Het huidige zorglandschap is gefragmenteerd en onvoldoende onderling afgestemd. Ik pleit ervoor dat de zorgprofessionals in de eerstelijnszorg in staat worden gesteld om de zorg anders te organiseren. Met slimme samenwerkingsafspraken en nieuwe zorgleveringsmodellen kunnen zij een belangrijke bijdrage gaan leveren aan het gezond houden van een populatie of het integraal verbeteren van behandeluitkomsten.
De huisarts is een belangrijke poort tot andere vormen van zorg. Nieuwe beloningssystemen zijn gericht op onder meer het versterken van die poort en het verhogen van de waarde over de gehele zorgcyclus. Door professionals te belonen voor betere gezondheidsuitkomsten zullen zij de zorg ook anders gáán organiseren. Maar als iedereen, zoals nu, zijn eigen financiering heeft en geen middelen krijgt om het anders te organiseren, dan blijft het toch zoals het is. Er is op dat stuk van beloning echt een verandering nodig.
Het is de vraag of de eerste lijn, in de huidige structuur, de organisatie en kwaliteit van zorg nog verder kan verbeteren, laat staan een bijdrage kan leveren aan de reductie van zorgkosten. Dat heeft zo zijn grens. Laten we het eens over een andere boeg gooien; kostenreductie mag nooit het dóel zijn voor de eerstelijnszorg. Een sterke eerstelijnszorg, die goed aansluit op het Sociaal Domein en de welzijnsorganisaties, kan zeker het verschil maken in de toekomst. Maar het echte doel voor zorgprofessionals moet zijn: het verbeteren en optimaliseren van de gezondheid van burgers en/of patiënten. Dat is ook de reden dat ze zorgprofessional zijn geworden.
Er zijn al legio voorbeelden waar onderzoek laat zien dat geformaliseerde samenwerking tussen de georganiseerde eerste lijn en bijvoorbeeld het ziekenhuis, betere zorg en -als gevolg daarvan- lagere kosten kan realiseren. De multidisciplinaire paramedische zorg moet de krachten in de regio bundelen, zodat zij een aanspreekbare partner wordt met enig mandaat, net zoals andere zorgpartijen dat doen. Een goed voorbeeld hiervan is de Regionale Huisartsen Organisatie. Deze organisatie moet daarvoor middelen en capaciteit beschikbaar krijgen. Zo kunnen de zorgprofessionals hun waarde aantonen en zorginnovatie implementeren. Zorgverzekeraars kunnen dit proces faciliteren door naar waarde te belonen.
Er wordt op dit moment hard gewerkt aan het oprichten van een regionaal paramedisch platform, dat straks aanspreekbaar is en wellicht contractpartner is voor de zorgverzekeraar, de gemeenten, de ziekenhuizen, de VVT en de huisartsen. Hiermee worden de voorwaarden gecreëerd om op termijn meer toegevoegde waarde te creëren voor de burger.
Een mooi voorbeeld is het experiment met de gespecialiseerde fysiotherapeuten. Nu ga je met een klacht aan het bewegingsapparaat naar de huisarts. Die verwijst je dan door naar een fysiotherapeut waar je bijvoorbeeld tien behandelingen krijgt. Helpt dat niet, dan word je wellicht alsnog naar een orthopeed verwezen. Nu neemt de gespecialiseerde fysiotherapeut de eerste stap van de huisarts over. Je gaat in de nieuwe situatie dan naar een extended scope specialist. Dit is een ervaren fysiotherapeut die is opgeleid op masterniveau, die direct beoordeelt of je geholpen bent met fysiotherapie of wellicht beter gelijk naar de orthopeed kunt gaan. Dat is naar twee kanten waarde creëren!
Er is dus naar mijn mening veel te winnen en te veranderen in het zorgstelsel. Om te beginnen moet je dan eerst kijken naar de definitie van zorg. Je kunt namelijk verschillende soorten zorg onderscheiden; spoedzorg, noodzakelijke zorg, wenselijke zorg en luxe zorg. Sommige onderdelen lenen zich uitstekend voor (gereguleerde) marktwerking, maar andere onderdelen veel minder. Daar is juist samenwerking tussen partijen een vereiste. Dat moeten we niet vergeten.
Het zijn moeilijke gesprekken als je het hierover hebt met professionals in de zorg. Als je hier systemisch naar kijkt, dan zie je dat het makkelijker is om over de inhoud te praten, dan over de randvoorwaarden en spelregels van de beoogde verandering. Over: hoe gaan we veranderen, wie gaat wat veranderen, wat moet jij laten en wat krijg ik dan, of wat moeten we allebei laten? Platgeslagen gaat dat over de hete aardappel; de inkomsten, professionele belangen, autonomie, beroepsethiek, beloningen en salarissen van mensen. Aan Roset de taak om daar aandacht voor te hebben. Dat is niet altijd een dankbare taak, maar wel een hele waardevolle taak.”
Wyco de Vries
Deze bijdrage verscheen eerder in het magazine WelZoGezond – veranderingen in Zorg en Welzijn. Dit gratis magazine is HIER te bestellen.