Interview Ward Bijlsma, Menzis
Menzis maakt volgend jaar al financieringsafspraken op basis van waardegedreven inkoop van zorg
Zorgverzekeraar Menzis praat nu twee jaar met diverse zorgaanbieders over waardegedreven inkoop van zorg. De eerste resultaten moeten voor de zomer geëvalueerd zijn, maar volgens Ward Bijlsma, manager Zorg 1e lijn bij Menzis, is er daadwerkelijk iets in beweging gezet. “We voeren op een nieuwe manier gesprekken met elkaar, waarbij zorgaanbieders van elkaar leren en zo een verbetercyclus op gang brengen die leidt tot een betere kwaliteit in de zorg.”
De gesprekken waarop Bijlsma doelt, sluiten aan bij de theorie Value Based Health Care van Michael Porter, die kijkt hoe de waarde van de zorg verbeterd kan worden en hoe de financiering daarop kan worden afgestemd. Een aantal ziekenhuizen is daarmee al gestart. “Menzis neemt daarbij een voortrekkersrol, want het sluit naadloos aan bij de opdracht die wij hebben,” aldus Bijlsma. “Het gaat over kwaliteit, over kosten en over toegankelijkheid dichtbij. We willen dit omarmen, maar voegen er aan toe dat het voor alle vormen van zorg zou mogen gelden en niet alleen voor de ziekenhuizen.”
Succesverhalen inspireerden Menzis
Menzis heeft zich voor deze omschakeling in denken laten inspireren door zorginstellingen die heel goed een kwaliteitsverbetercyclus hebben ingericht, waarbij de Martini Prostaatkliniek in Duitsland hét voorbeeld is. Ook voorbeelden van internationale zorgverzekeraars die op een andere manier zijn gaan betalen en hebben gekeken wat voor effect dat had, diende als motivatie. Bijlsma: “Een mooi voorbeeld daarvan vinden we in Zweden, waar een bundelbetaling voor een heupoperatie is afgesproken. Daarbij werd een enorme afname van de wachtlijst gezien en kwam er bovendien veel betere behandeling, met als gevolg dat er veel minder complicaties werden gemeten. Dat soort dingen spreekt ons natuurlijk aan, want juist door de complicaties lopen de zorgkosten op.”
Geen verkapte bezuinigingsmaatregel
Bijlsma benadrukt dat deze nieuwe manier van denken geen verkapte bezuinigingsmaatregel is, ook al beaamt hij dat betere kwaliteit uiteindelijk ook leidt tot lagere kosten. “Eigenlijk is deze manier van denken het basisidee voor alle markten; namelijk dat je het product wat je koopt wilt optimaliseren voor je klanten. Daarom zetten wij de patiënt-relevante uitkomsten voorop. Dat geeft focus en daarop zouden dus ook alle zorgleners en –verzekeraars moeten sturen. Maar dat is echt wel nieuw. Vroeger werd over het algemeen gekeken vanuit het medische aspect. Zit de heup er technisch gezien goed in. Nu gaan we een stap verder en vragen we of die patiënt de heup ook weer goed kan gebruiken. Dat ook de patiënt tevreden moet zijn hebben we naar mijn idee te weinig voor ogen gehad. Ik vind het mooi dat het hiermee terugkomt. De kruistocht die we met elkaar te voeren hebben is iedereen in de keten hiervan te doordringen. Dat het voor de zorgaanbieder niet alleen in zijn eigen domein goed is, maar dat het aansluit in de hele keten. Dat is de uitdaging!”
Partijen wisselen informatie met elkaar uit
De gesprekken over waardegedreven zorgverlening zijn gestart over heup, knie en cataract-behandelingen. Volgens Bijlsma zijn die gesprekken nog volop in ontwikkeling: “We bouwen aan vertrouwen door helder en open op tafel te hebben dat we aan waarde en kwaliteitsverbetering hechten. Daarbij staat veiligheid voor de deelnemers voorop en we stellen dat zolang de zorgaanbieder maar aan het verbeteren is, wij tevreden zijn met het resultaat. Dat leidt ertoe dat partijen met elkaar informatie uitwisselen. Een mooi voorbeeld hiervan is de app voor controles bij heupoperaties. Aanbieders hebben gekeken welke controles nu het meest zinvol zijn en hoe het ook anders zou kunnen. In de app kan de patiënt rechtstreeks bij zijn dokter aangeven hoe goed het gaat. Patiënten met wie het niet zo goed ging werden uitgenodigd voor een controle. Je zag hierbij een enorme daling van het aantal controles en patiënten hoefden niet onnodig naar het ziekenhuis. Door dat met elkaar te delen, verspreiden we de best practices.”
“Partijen die meedoen, zouden voorkeursaanbieder moeten zijn”
De partijen die meedoen aan deze gesprekken, kiezen daar zelf voor. Alles is op basis van vrijwilligheid. Menzis heeft gemerkt dat veelpartijen het concept steunen. “Ziekenhuizen kunnen het wiel zelf opnieuw uitvinden of ze kunnen hieraan meedoen. We zien best veel aanmeldingen en daar was ik blij verrast door. Er doen bijvoorbeeld alleen al 23 aanbieders van staaroperaties aan mee. Dat komt er op neer dat de helft van de Menzis verzekerden die in 2018 werden geholpen aan een staaroperatie, is behandeld door een partij die meedoet aan dit contract. Dat vind ik een heel mooi resultaat. Een partij die zich op vernieuwende manier ontwikkelt, zou wat ons betreft ook een voorkeursaanbieder moeten zijn naar onze klanten. Bij die partijen lopen onze klanten dan ook niet aan tegen productieplafonds, zodat ze altijd geholpen worden. Dat is voor de deelnemende partijen dan ook weer een fijne afspraak.”
Scherp kijken naar mogelijke negatieve gevolgen
Hoewel Bijlsma dus erg positief is over de vorderingen tot nu toe, is hij nog meer gespitst op de mogelijk negatieve effecten van waardegedreven inkoop van zorg. “Het zou bijvoorbeeld kunnen dat een aanbieder alleen de makkelijke patiënten gaat selecteren, omdat moeilijke patiënten een te groot financieel risico kunnen zijn. Daardoor bestaat de kans dat een groep mensen nergens meer terecht kan. Dat vind ik op dit moment nog belangrijker om in de gaten te houden dan de kostendaling. Het lijkt op voorhand vooral een theoretisch risico, want als we het op de man af aan de dokter vragen, zegt hij iedereen te behandelen. Maar we vinden het wel van belang dit in de gaten te houden. En om het risico zo klein mogelijk te houden, hebben we afgesproken de patiënten met complexe dossiers gewoon via de oude manier te betalen.”
Per 1 januari 2019 al nieuwe financiële afspraken
En zoals elke aandoening, patiënt en zorgaanbieder anders is, kan ook de financieringsvorm verschillen. Menzis kijkt serieus naar verschillende manier van betalen en gaat daar bij de contractafspraken steeds meer op inzetten. “Voor 2019 zijn er al afspraken gemaakt voor borstkanker,reuma, angst- en depressiezorg en geboortezorg. We willen kijken naar vormen van bundelbetalingen per aandoening, maar ook een populatiebetaling, waarbij een huisarts bijvoorbeeld betaald krijgt voor het aantal ingeschreven patiënten in zijn gebied. Daar wordt dan een standaardbedrag voor vergoed, ongeacht het aantal behandelingen van die patiënt. Tot slot wordt gekeken naar een vorm van shared savings. Daarbij houden we het bij de bestaande manier van werken, maar als de hulpverlener er dankzij extra inspanningen in slaagt minder kosten te maken, dan zijn wij bereid om het verschil in lagere kosten met elkaar te delen.”
Kijkend naar de toekomst is Bijlsma ambitieus: “De helft van alle zorg die wij inkopen, zou op deze manier ingekocht kunnen worden. Er zijn tussen de dertig en vijftig aandoeningen die samen goed zijn voor de helft van alle zorgkosten. Als je daar vernieuwende afspraken kunt maken, is de besparing enorm. Daarbij kijken we dus niet alleen naar de ziekenhuizen, maar ook naar de eerstelijns zorg en de ouderenzorg. Daarmee hebben we de komende jaren nog genoeg te doen en als we heel erg ons best doen, denk ik dat we over drie jaar een heel eind kunnen zijn.”