Zorgverzekeraars starten met waardegerichte zorginkoop!
05 februari 2020 

Zorgverzekeraars starten met waardegerichte zorginkoop!

In het ideale plaatje is de zorg integraal georganiseerd. Uitkomsten die voor de patiënt belangrijk zijn, worden bereikt door integrale bekostiging, gebaseerd op het hele zorgtraject en het geleverde eindresultaat. De kosten en uitkomsten zijn bekend en worden continu verbeterd. Het huidige zorgsysteem moet flink op de schop om dit model te implementeren.

Waardegedreven eerstelijnszorg is voor velen een onbekend of wordt gezien als een ingewikkelde vorm van zorglevering. Echter, het is heel goed mogelijk om een heterogene groep van patiënten in te delen in subgroepen van patiënten met overeenkomstige (objectieve) zorgbehoeften. Het indelen van patiënten in subgroepen biedt eerstelijnszorgpraktijken de kans om zorgteams en zorgprocessen op maat te maken, passende uitkomstmaten te bepalen en zorgkosten in kaart te brengen. Dát biedt vervolgens de mogelijkheid om over te stappen van financiering op volume naar financiering op waarde (relevante patiëntuitkomsten/ kosten) voor de patiënten. Het is dus een cruciale stap op weg naar waardegedreven zorg en goede netwerkzorg met eventueel specialistische zorgprofessionals. Zorgverzekeraars en ziekenhuizen nemen nu het voortouw om ‘Value-Based Healthcare’ te implementeren. Deze verandering roept veel vragen op bij zorgverleners en bestuurders in de eerste lijn. Is dit ook een kans voor de eerstelijnszorg? Hoe gaat de financiering er dan uitzien? Kan het werk wel op dezelfde manier worden gedaan? Waarom kan alles niet bij het oude blijven? Eerstelijnspraktijken weten vaak niet waar ze moeten beginnen. Lees ook de vorige blogserie.

Het groeipad naar waardegedreven eerstelijnszorg

Het pad dat de eerstelijnszorg moet bewandelen om waardegedreven zorg te verwezenlijken, begint bij de eerstelijnspraktijken. Hier is geen blauwdruk voor en er moeten vele hindernissen worden overwonnen. In een aantal stappen kunnen zorgorganisaties het systeem zelf veranderen. Het begint op kleine schaal. Zorgverleners innoveren één of meerdere interventies binnen de eigen organisatie naar de filosofie van waardegedreven zorg. Voorbeelden hiervan zijn nu al te vinden in Nederland, namelijk de ketenzorg in de regio voor bijvoorbeeld diabetes of COPD, dit is een start en voorloper van VBHC voor de eerste lijn.

Na het organiseren van separate interventies maken organisaties een geïntegreerd zorgpad binnen de eigen organisatie. Vervolgens betrekt de organisatie enkele andere zorgpartners bij dit zorgpad. Dit is het niveau waar de huidige ketenzorg in Nederland zich nu bevindt. Helaas ontbreekt vaak de verbinding met de tweedelijnszorg in de ketenzorgcontracten, zoals bij succesvolle voorbeelden in Amerika en Engeland wel gebeurt.

De laatste stap, een geïntegreerd zorgpad met alle benodigde zorgprofessionals, is binnen de huidige zorglevering nog niet succesvol bereikt. Deze laatste stap vraagt samenwerking en een netwerkzorgorganisatie die als productiesysteem kan functioneren. Zo ver zijn we nog niet.

Barrières op het groeipad

Op het moment zijn zorgverleners in de eerstelijnszorg huiverig om over te stappen naar waardegedreven zorg. Wat is het eigenlijk? Wat bedoelen zorgverzekeraars met waardegerichte inkoop? Welke bezwaren zijn er? En wat zijn de oplossingen?

Sturing van waardegedreven zorg

Enkele bezwaren hebben te maken met de sturing van een nieuw zorgsysteem. Bij de sturing van waardegedreven zorg staat het belonen van de voor de patiënt relevante uitkomsten centraal. Een van de vereisten hiervoor is het meten van deze relevante uitkomsten. Daarvoor zijn een uitkomstenset en een meet- en rapportagesysteem onmisbaar. Aan de hand daarvan kunnen zorgverleners de zorg continu verbeteren. Zorgprofessionals tonen hun waarde aan en zorgverzekeraars facilitairen dit proces door naar waarde te belonen.

Een uniforme uitkomstenset met een daarbij horend meet- en rapportagesysteem vraagt om transparantie over de geleverde zorg en uitkomsten. Veel zorgverleners zijn bang om deze gegevens te delen. Wat als de andere praktijken of andere zorgnetwerken beter presteert? Door data in eerste instantie anoniem te delen, nemen we dit bezwaar weg. Dit geeft zorgverleners en zorgteams tijd om zichzelf te verbeteren. Daarnaast is het belangrijk om het zorgteam zelf te laten bepalen wat de juiste parameters zijn voor de uitkomsten van de geleverde zorg.

Ook het ontbreken van een uniforme manier om de uitkomsten van de zorg vast te stellen, hoeft geen barrière te zijn om te beginnen. Er kan worden gestart met wat er al is. Het Internationaal Consortium of Health Outcomes Measurement (ICHOM) heeft voor een groot aantal ziektebeelden internationale uitkomstensets beschreven.[1] Maar dit is wel een indeling op ziektebeelden terwijl VBHC voor de eerste lijn vooral gaat over de organisatie en de zorg rondom subgroepen van patiënten met dezelfde (objectieve) zorgbehoeften. Meer patiënten met dezelfde soort vragen die – indien complex- geclusterd en in zorgteamverband worden behandeld. Hier zijn goede meetinstrumenten voor te bedenken. Een nieuw zorgmodel vraagt daarnaast om andere contractvormen. Zorguitkomsten moeten we definiëren op de lange termijn: bijvoorbeeld in toename van kwaliteit van leven of aantal herbehandelingen binnen een bepaald aantal jaren. Zorgverzekeraars zijn druk bezig om ervaring op te doen met deze nieuwe vorm van contractering. Dit is eveneens een leerproces, waarbij betrokken partijen samenwerken om tot een succesvolle nieuwe invulling te komen.

Samenwerken met andere zorgprofessionals

Vanuit het oogpunt van de zorgverlener staat het belang van de patiënt voorop. Het klinkt daarom eenvoudig om samen te werken om het best haalbare resultaat te bereiken. In de praktijk is dit een uitdaging. Alle partijen moeten binnen een geformaliseerd zorgnetwerk dat fungeert als productiesysteem, samenwerken, ondanks oud zeer en tegenstrijdige belangen. Ze moeten elkaars expertise en autoriteit accepteren, hun belangen op dezelfde lijn brengen en elkaar leren vertrouwen. Dat is een hele klus, zeker binnen een beroepsgroep die is opgeleid om zelfstandig na te denken en met de wil om waarnemingen van anderen met eigen ogen vast te stellen.

Het centraal stellen van de waarde creatie voor de (betere behandel- en gezondheidsuitkomsten) patiënt helpt om een gezamenlijk doel en een gezamenlijke visie te creëren. Waar in het begin nog weinig vertrouwen bestaat tussen zorgverleners, zal dit groeien door met elkaar lerend en doelgericht samen te werken. Duidelijke afspraken over de rollen van de verschillende professionals zijn hierbij van cruciaal belang. Zeker wanneer de benodigde zorg op het overgangsgebied van verschillende disciplines ligt. Op deze overgangsgebieden ontstaan conflicten en gaat het vaak mis. Vertrouwen in en respect voor de expertise van de andere disciplines zijn vereisten om waardegedreven zorg succesvol te maken.

De integratie van eerstelijnszorg begint met het in kaart brengen van het volledige zorgtraject. Binnen dit traject spreken de betrokken disciplines af waar de overgangsgebieden zitten. Overleg en samenwerking is op deze overgangsgebieden extra belangrijk. De patiënt heeft baat bij de gecombineerde expertise van de betrokken disciplines. Het opzetten van zo’n traject binnen de huidige organisatiestructuur lijkt lastig. Elke discipline of organisatie werkt nu autonoom en krijgt daarvoor zijn eigen beloning.

Deze praktische barrières zijn met enig doorzettingsvermogen en aandacht te overwinnen. Er zijn drie wijzigingen mogelijk om de huidige structuur te veranderen:

  1. Een structurele wijziging binnen het huidige zorgmodel (bijvoorbeeld de inrichting van zorgtrajecten in een bestaande organisatie);
  2. Een fusie of overname tussen verschillende zorgaanbieders (integratie binnen de zorgketen);
  3. Een geformaliseerd zorgnetwerk dat fungeert als productiesysteem. Een niet vrijblijvende samenwerking tussen individuele partijen, waarbij duidelijke afspraken gemaakt zijn over de rolverdeling, verantwoordelijkheden en beloning.

Samenwerking tussen meerdere zorgprofessionals maakt het geheel complexer, maar levert de patiënt uiteindelijk meer op.

De eerste lijn doet wat zij kan, maar het is de vraag of de eerste lijn in de huidige structuur, de organisatie en kwaliteit van zorg kan verbeteren, laat staan een bijdrage kan leveren aan de reductie van zorgkosten. Door de transities van de afgelopen jaren komen steeds meer complexe patiënten bij de huisarts. De zorgvraag groeit de komende tijd met 3,5 procent per jaar. Het personeelstekort staat hoog op de agenda. De werkdruk is nu al hoog. Door schaarste zal de urgentie – om het anders te organiseren – gaan toenemen. Is een waardegedreven organisatievorm zoals beschreven de redding voor de eerstelijnszorg?

Het groeipad is uitgestippeld en de barrières zijn bekend. Maar hoe ziet die overstap er in de praktijk uit? In het volgende blogs beschrijven we stapsgewijs hoe een eerstelijnspraktijk of een georganiseerde eerstelijnszorg organisatie de overstap naar waardegedreven zorg kan maken.

[1] www.ichom.org

Lees ook:

Blog 1 Value Based Health Care (VBHC): redding voor de eerstelijnszorg? Lees verder.

Is waardegerichte zorg ook de toekomst voor de eerstelijnszorg? Lees verder.

Aan de slag met waardegedreven zorg: waar begin je? Lees verder.

Waardegedreven zorg: hoe zetten we de verandering in gang? Lees verder.

Waardegedreven zorg: van lokaal initiatief naar landelijk systeem. Lees verder.

Samen bouwen aan waardegedreven zorg. Lees verder.

Over de schrijver
Wyco de Vries is directeur bij Stichting Roset en houdt zich als onpartijdig begeleider bezig met veranderprocessen in de zorg. Hij studeerde bedrijfskunde en heeft in 2015 hij zijn Executive Master of Health Administration (MHA/MSc) TIAS aan de Tilburg ‘University’ afgesloten. Ook volgde hij de afgelopen jaren diverse trainingen, zoals 'Deep Democracy' en Systemisch Werk, Transactionele Analyse (TA), Neuro Linguïstisch Programmeren (NLP) en de Phoenix-opleiding Professionele Communicatie. Hij is jarenlang praktiserend fysiotherapeut geweest en werkte vervolgens voor een ziekenhuis, een zorgverzekeraar en in de VVT. Hij vervulde directiefuncties bij verschillende organisaties. Als Olympiër (waterpolo) weet hij als geen ander dat een goede samenwerking tussen mensen die wat willen bereiken, het grote verschil kan maken.
Reactie plaatsen