Innovatie – planmatig vs. design thinking
Veel bedrijven proberen innovatie te managen op een planmatige en strak gefaseerde manier, maar echte innovatie is vaak een toevallige uitkomst van een proces waarin nieuwe dingen worden uitgeprobeerd. Innoveren door te experimenteren wordt ook wel design thinking genoemd. In de meeste organisaties wordt 30% van de tijd gebruikt voor analyses, 30-40% voor realisatie, 10% voor testen en 10-20% voor projectmanagement en besluitvorming. Deze werkwijze legt de cruciale denkfout bloot dat er eerst moet worden nagedacht voordat er iets wordt gedaan. Eerst en plan make en dan pas uitvoeren is het tegenovergestelde als waar innovatie voor staat. Wanneer wel zo wordt gewerkt hebben enkel de behoudzuchtige plannen een kans: een verbetering van een bestaand product of een procesoptimalisatie. Bij design thinking ontvangt een multidisciplinair team een expres vage opdracht om binnen een termijn iets te ontwikkelen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de methodiek van framen, cocreatie en visualisatie. Door alternatieve frames te ontwikkelen én te verkennen wordt duidelijk dat er niet één realiteit is en ontstaan er out of the box oplossingen.