Organisatiecultuur
Onder een organisatiecultuur wordt een verzameling van waarden, normen en gedragsuitingen verstaand die gedeeld worden door de leden van de organisatie en ze aan elkaar en aan de organisatie verbindt. De organisatiecultuur is vaak zichtbaar in verschillende aspecten, zoals de bedrijfsstructuur, kleding en omgangsvormen. In een cultuur zijn er vier soorten aspecten te onderscheiden:
- Waarden – opvattingen over wat juist en onjuist is, de centrale maatstaven
- Normen – opvattingen over wat wel of juist niet hoort, de geboden en verboden
- Verwachtingen – opvattingen over wat er zal/moet gebeuren
- Doeleinden – opvattingen over wat wenselijk is, geven richting aan het streven
Binnen een organisatiecultuur vormen de waarden het zwaartepunt. Het gaat bij een organisatiecultuur niet alleen om persoonlijke voorkeuren, maar om de effectiviteit en of de organisatiecultuur passend is voor de eisen die aan ene organisatie worden gesteld.
Er zijn belangrijke aspecten voor de organisatiecultuur te onderscheiden:
- Duidelijke doelstellingen die zorgen voor een goed dagelijks functioneren
- Wijze van besluitvorming
- Mate van integratie van medewerkers
- Managementstijl waarin medewerkers de ruimte krijgen eigen initiatieven te ontplooien
- Mate van prestatiegerichtheid
- Vitaliteit van de organisatie
- Beloningsstructuur
- Personeelsontwikkeling
Er zijn daarnaast ook vier verschillende typen organisatieculturen te onderscheiden:
- De machtscultuur (baas-gericht): kenmerkt zich door een duidelijk centrum. Eén leider stuurt de gehele organisatie, waarbij er weinig regels en bureaucratie zijn. Medewerkers proberen dicht bij het centrum te komen om macht te verkrijgen.
- De rollencultuur (functiegericht): wordt gekenmerkt door hiërarchie, rechten, plichten, afspraken en regel. Belangrijk dat het werk wordt uitgevoerd volgens de regels in plaats van dat dit goed of efficiënt wordt gedaan. Iemands rol en status zijn hierbij belangrijker dan de geleverde prestaties.
- De taakcultuur (resultaatgericht): deze cultuur komt voort uit matrixorganisaties. Deze cultuur staat voor doelgericht gedrag op basis van professioneel en probleemoplossend vermogen en prestatiegerichtheid. Vakgerichte competenties staan boven de hiërarchische competenties.
- Persoonscultuur (mensgericht):hierin staat het individu voorop en houden gemeenschappelijke interesses en waarden de cultuur bij elkaar.